We keren terug naar het einde van de 19e eeuw. In ons land was er een sterke aanwezigheid van Engelsen. De Engelse kolonie had zich hier gevestigd na de Slag van Waterloo in 1815. Vele oud militairen bleven hier en werden later vervoegd door oud kolonialen, adel en industriëlen. Ze woonden in Brugge omwille van de kuststreek nabij en de textiel- en linnenindustrie. Door de anglofilie die er heerste was er een snelle integratie van de Britten bij de plaatselijke high society. En de Belgische adel namen ook vrij snel hun vormen van ontspanning aan. Gymnastiek, atletiek, roeien, cricket maar vooral het voetbal.
13 november 1891. Samen met enkele Engelse scholieren van het Worthams College stichtten Brugse studenten de Brugsche Football Club. Onenigheden tussen de Nederlandstaligen en Franstaligen zorgden nadien voor een afscheuring. De Franstaligen gingen verder onder de Football Club Brugeois. Belangrijke grondleggers van de eerste jaren van het bestaan zijn William Greenhill, Philip en Gustave De Lescluze, Gaston De Craecke, Ernest Neirynck, Jean Schaeverbeke, Jules en Emile Van Haerdenberg, de broers Edouard en Jules Lescrauwaet, Camille Kerckhofs, Pierre Boereboom, Emile Van Middel, Emile Van Mullem, Albert Walin, Achille Grant Dalton en Charles Grimshaw Atkinson.
1897. Beide ploegen kampten met wat problemen. De Brugsche had een grote aanhang, kon het financieel wel redden, maar had nood aan een eigen terrein. De Brugeois had dan weer het Rattenplein dat het wekelijks kon huren maar wel veel te weinig toeschouwers. Uiteindelijk werd de Brugeois opgenomen door de Brugsche (1897). De ploeg ging verder onder de Football Club Brugeois omdat het contract van het Rattenplein op hun naam stond.